Tekst van kunstcriticus Philippe Cailliau
bij de overzichtstentoonstelling van JOOK 2015
Joke is nog jong, en ze zit vol vitaliteit. Haar artistieke loopbaan is bezaaid met prijzen en eervolle vermeldingen. Ze is geboren in 1982, is afkomstig van Ardooie en studeerde crossmedia ontwerp aan de Arteveldehogeschool te Gent.
Veel van Jokes kunst komt tot stand volgens het principe van wat we in de literatuur “écriture automatique” noemen, of “automatisch schrijven”: dat is een techniek, ontwikkeld door de surrealisten (eerste helft van de 20ste eeuw), waardoor de schrijver/kunstenaar zonder enige controle of censuur zijn of haar spontane gevoels- en gedachtewereld tracht te uiten. “Spontaneïteit” is een sleutelwoord. De belangrijkste vertegenwoordiger was André Breton. Niet de rede leidt de tekenende hand van Joke Neyrinck, maar de fantasie, het onbewuste en vooral: het intuïtieve.
Er ontstaan dan figuren die geen overeenkomst hoeven te hebben met reële wezens, maar die allemaal een eigen autonomie en beweging hebben. De vele figuurtjes zijn niet zo direct “definieerbaar”, ze zijn wél figuratief. Zo ontstaat dus een grillige fantasiewereld waarbij de verwijzing naar de werkelijkheid niet méér dan bijkomstig is. Joke noemt haar techniek zelf: “Utopiakunst: eigen beeldentaal; labyrintische constructies via een soepele, organische lijn” dat een tegengewicht vormt voor de gewone, alledaagse realiteit.
Het fenomeen waar ik het hier wil over hebben, is “doodling”: een Engels woord voor het zogenaamde gedachteloos en intuïtief tekenen of neerkrabbelen van figuren (de “doodles” of “doedels”). De scherpe lijnen - die haar handelsmerk zijn - doen wel eens denken aan striptekeningen, aan cartoons, maar eveneens aan street art, pop art en zelfs aan graffiti.
Elk werk is zijn eigen, typische voorstelling. De kleine, fantastische en pittoreske wezentjes, die lief en schattig kunnen zijn, maar net zo goed kunnen doen denken aan kleine diepzeemonsters of bizarre lichaamsdelen, zijn allemaal fictieve figuren. Jokes eigen biografie krijgt dus visueel gestalte tijdens het ontstaan van het kunstwerk.
Zoals reeds gezegd is er een zekere verwantschap met de strip- en cartoonkunst, met een surrealistische schilder als Salvador Dali, zelfs met de renaissanceschilder Jeroen Bosch (uit de 15de eeuw) met zijn fantastische, bizarre en apocalyptische wezens in bijvoorbeeld “De tuin der lusten”.
Tegenwoordig werkt JOOK met het computerprogramma Blender, dat haar in staat stelt om van haar doedels fotorealistische voorstellingen te maken (dit wil zeggen: beelden met ruimte en dieptevoorstelling, schaduw, enz… ). Joke laat bepaalde doodles zelfs door een 3D-printer afdrukken als echte objecten in polyamide, maar deze techniek is nog in volle ontwikkeling.
De kunstenaar die een meester is in het maken van 3D-beelden en zelfs grote sculpturen, en die Joke zéker heeft geïnspireerd, is de Belg Nick Ervinck. Deze kunstenaar creëert sculpturale constructies in een virtueel utopisch territorium. Ook hij combineert het fysieke met het digitale, om dan allerlei vormen te laten samensmelten tot een object, een visueel concept dat bestaat, zoals bij JOOK, uit een rijke verscheidenheid van delen.
Op korte tijd heeft Joke Neyrinck een opvallende evolutie doorgemaakt. Ze verfijnt haar technieken voortdurend en de resultaten zijn Kunst met een hoge graad van esthetisch kijkgenot. JOOK is de digitale dichteres van het 3D-doodle-universum.
Ze is ook lid van het Kunstcollectief KRAKK, waar
experiment primeert. Het bestaat uit de kunstenaars Jan Duytschaever, An Deceuninck, Hans Defer en Jook. Deze zomer stelden ze tentoon in de Abdijhoeve Ten Bogaarde te Koksijde onder de titel Transgressions. www.krakk.org